Corsicaanse wijnproductie is gericht op het ontwikkelen van authentieke wijnen op basis van lokale wijnstoksoorten. De biologische landbouw is daarbij fors in opmars.
Op een oppervlakte van 7.000 ha wordt 350.000 hl geproduceerd, met daarbij rosé (55 %), rode (33 %), droge witte (10 %) en likeurwijnen (2 %).
Corsica telt vandaag 9 Appellations d’Origine Contrôlée (AOC's). Ze zijn als volgt verdeeld:
Twee 'hoofd'-appellations (Ajaccio en Patrimonio), vijf appellations van het type ‘villages’ (Calvi, Sartène, Figari, Porto-Vecchio en Coteaux du Cap Corse), een appellation van het type 'régional' (Vins de Corse) en een VDN-appellation (VDN of 'vin doux naturel', natuurlijk zoete wijn): Muscat du Cap Corse.
Je zou zware en alcoholrijke wijnen verwachten van dit woeste reliëf met opeenvolgende heuvelruggen die baden in het zonlicht. De zeewind mildert echter de hitte en verlucht de wijngaard. Dit leidt tot vaak verfijnde en delicate wijnen.
Corsica toont 3 bodemtypes: graniet in het zuiden en het westen, schist (ook schiefer of leisteen genoemd) in het noordoosten en kalkhoudend in de zone daartussen.
De wijnstoksoorten voor rode wijn zijn de niellucciu (veel tannine en geschikt voor kalksteen) en de sciaccarellu (fruitiger). Voor witte wijn is er vooral de vermentinu (die 'rolle' heet in de Provence). Daarnaast zijn er wijnstoksoorten die vanuit Zuid-Frankrijk werden geïmporteerd: grenache, syrah, clairette, muscat blanc à petits grains…
De recentste jaartallen